Goed plan, slecht moment

Gepubliceerd op 7 september 2024 om 11:55

De grootste vraag die LPL bij me had opgeroepen was: “Wat voor verschil zou het maken als ik een nachtje doorhaal op de eerste dag van een race?” Vooral omdat er waarschijnlijk een groot mentaal voordeel aan zit. Daarnaast waren alle nachten die ik tot nu toe heb doorgetrokken altijd op een later moment in de race waren, en daarom waarschijnlijk minder efficiënt. Tijd dus voor een test onder andere omstandigheden!

Ik had een route van 691 kilometer uitgestippeld, en zou van huis vertrekken zodra mijn race report van LPL af was. Het idee was dat ik zo lang en ver mogelijk zou blijven fietsen. Het enige wat ik daarbij moest doen was zondag voor 20:30 thuis zijn. Ik had de route expres langs een aantal treinstations in Nederland gepland, om er zeker van te zijn dat ik genoeg ontsnappingsmogelijkheden had.

Het plan was om 'fris' te beginnen, de hele nacht door te fietsen (inclusief dutjes indien nodig) en te zien wat het verschil zou zijn, zowel in de afstand als in beleving van het fietsen. Daarnaast dacht ik ook dat de dingen waar ik moeite mee had tijdens LPL het beste te leren zijn door gewoon meer van dit soort ritten te doen. Dat betekent natuurlijk niet dat ik elk weekend zoiets zou moeten doen, maar ik denk dat ik mezelf er ook niet tot zou moeten beperken alleen met soortgelijke problemen te maken te krijgen als ik daadwerkelijk in een wedstrijd zit. Prima plan, toch?

Dat denk ik er nog steeds van. Maar de uitvoering leerde me ook een onverwachte bonusles: Na een week vol emotioneel beladen situaties en frustraties, is iets moeilijks doen op een fiets terwijl je een slaaptekort hebt niet het beste idee.

Terwijl ik aan het fietsen was, werd mijn reactie op moeilijkheden onderweg (en moeilijkheden in mijn hoofd zelf) nu standaard gevormd vanuit irritaties en een actief vermoeden van falen. Terwijl ik er de afgelopen jaren heel hard aan heb gewerkt om die standaardreactie te gronden in geduld en vriendelijkheid. Ik was me ervan bewust dat het gebeurde, en ik slaagde erin om veel van de negatieve gedachten te counteren met warmere woorden. Maar helaas bleef die positiviteit niet hangen. Het werd een constant gevecht met mijn eigen gedachten dat ik niet kon winnen.

Tegen de tijd dat ik me realiseerde dat mijn lot bezegeld was op een steile klim van 7 kilometer, was ik al 260 kilometer onderweg en diep in de bossen van Duitsland. Ik deed mijn best om mijn humeur te accepteren – want je ergeren aan je ergeren is één dikke vette clusterfuck (🤡). Het enige wat ik moest doen, was blijven trappen. Ik heb 's nachts twee keer geprobeerd een dutje te doen in bushaltes, maar ook dat is twee keer mislukt. Ik kreeg mijn lichaam en geest niet rustig genoeg om echt in slaap te vallen.

“Ik heb een slechte dag en het is oké” begon uiteindelijk te veranderen in “Ik heb een slechte dag en het is oké, maar ik ben ook erg moe”. En na een tijdje begin je (of ik?) te denken aan hoe fijn het zou zijn om nu echt te kunnen gaan slapen. Even later ziet elk stukje gras naast de weg eruit als iets dat misschien een lekker bed zou kunnen zijn. Maar op dat moment weet je nog steeds dat slapen je alleen maar verder zal vertragen. Ik lag nog steeds op schema om de trein van Roermond naar Utrecht op tijd te halen, dus doortrappen was absoluut nog steeds het beste om te doen.

Het ging best goed: Ik vond het makkelijk om door te gaan ondanks dat ik me ellendig voelde, ik had mijn bevoorrading goed gepland en legde meer dan 400 kilometer af in 24 uur. Totdat er rond 13:30 iets bij me knapte. Er zaten nog maar 85 kilometers tussen mij en Roermond. Een afstand waar ik normaal gesproken niet van zou 'schrikken', zelfs niet als ik moe was. Maar ik had geen idee hoe ik het nu nog voor elkaar zou krijgen. Ik vond een mooi – zelf-geïnterpreteerd – grasbed aan de kant van de weg. Een snelle herstart van de hersenen zou moeten volstaan, dacht ik. Terwijl ik wegdommelde, vroeg iemand luid of het goed met me ging. Boem. Klaarwakker. En nu met knallende koppijn.

Ik sloot mijn ogen weer, maar omdat ik nu bang was dat elke voorbijgaande fietser mij plotseling zou aanspreken, wist ik al snel dat ik op deze plek geen rust meer zou krijgen. Terwijl ik verder fietste, werd de hoofdpijn steeds erger. Het werd zo erg dat het migraine begon te worden en ik voelde de misselijkheid, die er (bij mij) meestal bij hoort, opkomen. Ik probeerde over te geven om mezelf tijdelijk van de pijn te verlossen, maar het hielp niet zoveel als ik had gehoopt. Ongeveer 5 kilometer fietsen later moest ik weer overgeven - dit keer onvrijwillig - en ik wist dat ik Nederland nu nooit meer binnen een redelijke tijd zou gaan halen. Ik probeerde nog een dutje te doen en nog 5 kilometer te fietsen, maar het ging absoluut niet beter. Een beetje verslagen boekte ik een hotel.

Jammer!! Ik hoopte dat ik in ieder geval de 500 zou halen, maar volgende keer beter, denk ik. Ik ben eraan gewend dat deze migraine met mijn menstruatiecyclus te maken heeft, maar het is al een tijdje geleden dat ik zo'n cyclus heb gehad 🤡 Mijn spiraaltje lijkt zijn werk niet meer zo te doen zoals vroeger. Wat blijkbaar niets bijzonders is, maar iets waarvoor ik wel een manier zal moeten vinden om ermee om te gaan.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.