Uitrijden is belangrijker dan meedoen 🥹

Gepubliceerd op 14 september 2024 om 11:31

24-uursrace (alleycat) 🏁 - En een levensles in omgaan met vermoeidheid.

De titel 'finishen is belangrijker dan meedoen' was een grapje dat ik en een collega voorafgaand aan de race samen maakten. Het was bedoeld als vervanger van het veelgebruikte (Nederlandse?) gezegde: 'Meedoen is belangrijker dan winnen'.

Op dat moment was het een stom iets waar we om lachten, met niet veel meer betekenis dan dat we het vermakelijk vonden hoeveel wij (en andere mensen) bereid waren te lijden voor 'de lol'. Het was ook een verwijzing naar het feit dat ik bij de vorige editie per ongeluk de finish had gemist. Ik was naar huis gefietst nadat ik het laatste checkpoint had gehad, omdat het 'einde' bij de bar iets was dat ik wilde overslaan. Hangen en nakletsen met een groep mensen was iets waar ik geen zin meer in had, maar ik had nooit aan bedacht om de bar te interpreteren als de eigenlijke finish van de race. Naïeve kleine ik. Ik wist nu beter, en deze editie moest ik de finish halen. Vandaar: finishen was belangrijker dan meedoen.

Aan het begin van het evenement realiseerde ik me dat het eigenlijk ook geïnterpreteerd kon worden als denken dat meedoen niet echt telt als je de finish niet haalt. Een beetje streng, concludeerden Thomas en ik, terwijl we onze eerste kilometers fietsten.

Maar, first things first: Wat is de '24-uursrace'? Het is een jaarlijkse race georganiseerd door en voor Nederlandse fietskoeriersbedrijven. Er zijn een paar checkpoints die allemaal binnen 24 uur moeten worden afgevinkt en de race is altijd lang genoeg om iedereen zeker een nachtje door te laten fietsen.

Omdat ik het weekend ervoor ook een hele nacht had doorgefietst, beloofde ik mezelf dat ik in de tussenliggende week elke nacht minstens 8 uur zou slapen. Anders mocht ik van mezelf niet mee doen. Dat lukte en ik boekte een AirBnB in de buurt van de start, zodat ik geen vroege ochtendtrein hoefde te nemen (en daardoor mogelijk slaap zou verliezen).

De start verliep langzaam. We moesten allemaal bij het treinstation wachten voordat we de race begonnen met een groepsrit. Nadat we een tijdje achter Thomas aanfietsten, die een opblaasbare zeemeeuw op zijn helm had, bereikten we een plek waar we een groepsfoto maakten. Daarna kregen we allemaal de eerste manifesten met de adressen van onze volgende checkpoints. Terwijl de grote groep uiteenviel in kleinere groepjes, besloot ik bij een groepje van mijn eigen collega’s te blijven. Ik splitste me af en toe van hen af om een stuk alleen te fietsen.

Elk checkpoint bleek een vuurtoren te zijn. We zouden langs de kust richting het noorden fietsen en we moesten bij elk van de aangewezen vuurtorens ofwel zelf eenvoudig een stempel op onze manifesten zetten, ofwel een extra opdracht uitvoeren om een stempel te ontvangen van de organisatie.

Het eerste deel van de route was zo goed als deel van het RatN-parcours in omgekeerde richting, wat veel herinneringen bij me opriep. Het idee om daar met een cargobike te fietsen voelde op dit moment een tikkeltje bizar. Ik prees mezelf gelukkig dat ik deze keer op een 'normale' fiets zat en dat ik de wind in de rug had op de Oosterscheldekering. (Al zou ik kunnen zeggen dat dit iets saaier was, if anything).

In Zeeland kregen we twee leuke extra opdrachten: we moesten een origami zeemeeuw maken, en voor bonuspunten moesten we een gedicht schrijven met de woorden 'fiets', 'Fred' en 'flats'. De origami was een pittige uitdaging, maar het lukte me om mijn papieren vogel een mooie piercing (nietje) te geven om hem bij elkaar te houden. Voor het gedicht waren alle woorden in het Nederlands bedoeld, maar in mijn hoofd werkte het op de een of andere manier beter in het Engels.

Bij één van de vuurtorencontroleposten zei een vrouw tegen me: “Stoer hoor!” Ik fietste op dat moment alleen, en ze had waarschijnlijk gehoord wat we aan het doen waren van andere deelnemers voor me, die allemaal mannen waren. Ik vond de manier waarop ze me benaderde heel vervelend, maar ik begreep destijds niet helemaal waarom. Nu wel. Als ik een man was geweest, had ze dat nooit gezegd. Ik had dit jaar waarschijnlijk twee keer zoveel gefietst als minstens de helft van de deelnemers, maar ik ben vrouw, dus ik zal het wel moeilijk(er) hebben. Ze zal het vast goed bedoeld hebben, maar dit soort dingen irriteren me mateloos.

Rant over. Sorry.

Een paar checkpoints later waren we met een relatief grote groep. Ik had niet genoeg geduld om te wachten tot iedereen klaar was met hun opdrachten, dus ik vertrok voordat de rest dat deed (wetende dat de groep me later weer zou inhalen). Bram besloot zich bij me aan te sluiten en we reden een tijdje samen. De volgende paar stops waren slechts losse stempels bij vuurtorens, waarna we in Den Haag zouden aankomen. De zon was inmiddels onder, en we fietsten over een onverlicht pad door de duinen. Omdat de tegels van dit pad een beetje los lagen, konden we onszelf eroverheen horen rijden. Er liepen ook veel onzichtbare – sommigen van hen dronken - mensen over dit pad, wat het een erg uitdagend deel van de dag maakte. We kwamen er goed doorheen en hadden toen een volwaardige dinerstop bij het volgende checkpoint, dat zich in het appartement van een van de organisatoren bevond. Al snel zou het zwaarste deel van de race beginnen: fietsen door de nacht.

Het grootste deel van de nacht zouden we gewoon stempels verzamelen bij vuurtorens. Maar eerst hadden we nog een excentrieke bonusopdracht te volbrengen. Na de mensen in groepjes te laten eten (waarin ze meestal aankwamen) splitste de organisatie de groep in tweeën. De ene helft van de groep zou naar punt A op de kaart gaan, de andere helft naar punt B. De mensen op punt B zouden iets in morsecode signaleren, wat de groep op punt A zou ontvangen en decoderen. (Het woord was 'Kak' 🐦)

Dit was een leuke manier om ervoor te zorgen dat niemand in diens eentje aan de fietsnacht begon. Kudo’s naar de organisatie hiervoor 😊

Bram en ik waren nog steeds met z'n tweeën, iets waar ik relatief blij mee was. Fietsen in groepen is iets waar ik niet per se van houd, zeker niet als het donker is. Ik kreeg een lekke band kort na het voltooien van de opdracht. Bram hielp me het minuscule steentje te vinden dat de lekke band had veroorzaakt, en daarna vertrokken we weer naar het noorden. Relatief snel verzamelden we de stempels bij de volgende vuurtorens. Ik was verbaasd over hoe goed ik me nog voelde, en ook over dat ik Bram redelijk makkelijk kon bijhouden.

Bram die een stempel haalt bij een vuurtoren

Daar kwam echter snel verandering in. Bij de vuurtoren van Noordwijk kwam de grotere groep met mijn collega’s net aan toen Bram en ik weer op de fiets stapten. De verwachting was dat ze ons iets verderop snel al zouden inhalen. We waren nu onderweg naar IJmuiden, en bij het binnenrijden van Zandvoort begon ik mentaal te crashen. Ik dacht dat een stedelijke omgeving me weer een beetje zou opkikkeren, maar in plaats daarvan werd ik overmand door vermoeidheid en begon ik moeite te krijgen om Bram bij te houden - ook al gingen we al behoorlijk langzaam. (Het was nu ongeveer 01:00 uur).

Bram en ik hadden besloten om de 'legale' route door de duinen te nemen en werden verrast door een aantal (nood)bruggen, wat uitlopende duinen en herten die letterlijk in onze koplampen staarden. Het was schok na schok voor mij. Ik had geen tijd om de hele situatie te verwerken, want ik probeerde Bram ook nog steeds bij te houden. Ik wilde niet dat hij vaart minderde, ik wilde alleen dat ik zelf sneller fietste. Rond de zuidelijke vuurtoren van IJmuiden kwamen we de groep weer tegen. Zij hadden wel de illegale route genomen, die blijkbaar veel beter berijdbaar en ook korter was. Zij konden het checkpoint echter niet vinden, dus gingen we samen verder op zoek.

Na veel verwarring - en ik denk een telefoontje - vonden we Rens en Laura met hun camper, die op ons wachtten met warme soep en hete koffie. Objectief gezien was het een geweldig checkpoint, maar mijn humeur ging snel achteruit. Ik had moeite om te genieten van de soep, het spel dat we moesten spelen en het gezelschap. (Sorry, jongens, het lag niet aan jullie, het lag aan mij.) Ik overwoog om alleen weg te gaan, maar aangezien ik op dit punt mentaal niet heel weerbaar was, leek me dat een slecht idee. Ik wachtte - ongeduldig - tot iedereen klaar was. Onze volgende twee stops zouden een ietwat uitdagender zijn, omdat de stempels die we nodig hadden zich op twee pieren bevonden. Het voelde sowieso beter om deze met een groep te doen.

Helaas betekent fietsen met een groep ook dat je meer dingen in de gaten moet houden. Vooral in het donker, als iedereen felle en soms knipperende lampen had. Ik kon er helemaal niet mee omgaan: niet kunnen zien wat er voor me was, 'beangstigde' me in zekere zin. Ik zat erg gespannen op de fiets, viel steeds naar achteren in de groep en werd uiteindelijk gelost. Dit gebeurde een paar keer, maar ik haalde de groep ook elke keer weer bij. Soms omdat iemand viel, of lek reed, of als de groep moest wachten tot iedereen zijn stempels had gehaald bij de checkpoints.

Dit had natuurlijk ook geen geweldig effect op mijn humeur. Ik werd steeds chagrijniger en had geen ruimte meer over in mijn hoofd om te 'genieten' van de dystopische sfeer van het fietsen rond Tata Steel in het midden van de nacht. De pieren waar we gedeeltelijk overheen moesten fietsen om de checkpoints te bereiken, waren ook bedekt met hun eigen miniatuur zandduinen, en konden dus worden toegevoegd aan het lijstje van dingen die me mentaal afmatten.

Tijdens het wachten op iemand die zijn lekke band aan het repareren was mompelde ik iets van: “Wat als mij dit was gebeurd? Dan had er niemand op me gewacht.” Ik kreeg te horen dat dat wel zo zou zijn en ik realiseerde me toen ook dat ik niemand had verteld dat ik wilde dat ze een oogje in het zeil hielden. Ik denk (hoop!!) dat ik dit toen ook hardop heb gezegd. Er ging geen wrok van mijn kant uit en ik was er best trots op dat het me nog steeds lukte om andere mensen niet de schuld te geven van mijn eigen gevoelens/keuzes. Wat de gevoelens ook waren, na dit moment liet Thomas zichzelf steeds naar achter zakken om me terug bij de groep te helpen wanneer ik achterop was geraakt. Daar ben ik hem eeuwig dankbaar voor.

Om van Zuidpier naar de Noordpier te komen, moet je he-le-maal om Tata Steel heen

Toen we nog maar een paar kilometer verwijderd waren van het laatste bemande checkpoint voor de finish, lukte het me om de knop om te zetten. Ik moest accepteren (en vertrouwen!!) dat de mensen die voor me fietsten de weg konden zien en dat ze wisten wat ze deden. Ik moest me niet laten afleiden door de lichten van alle andere fietsen, ik moest ze gewoon volgen. Nogmaals: echt trots op mijn hersenen in deze omstandigheden.

Toen ik bij het laatste checkpoint aankwam, werd het duidelijk dat er niet veel van mijn persoonlijkheid over was. Ik kon nauwelijks nog glimlachen toen ik Eva en Anouk zag, mensen die ik normaal gesproken met 103% van mijn enthousiasme begroet als ik ze tegenkom op kantoor. (Zie ook: videoclip waarin ik een vuurtoren imiteer).

Toen we verder reden, begon de zon op te komen, waardoor het makkelijker werd om weer in een groep te fietsen. We fietsten in een behoorlijk tempo (27 km/u) gezien de staat waarin we allemaal verkeerden. Ik voelde me dood van binnen, maar ook redelijk verbaasd over hoe goed ik alles nog kon bijhouden. Ik had er vertrouwen in dat ik de finish snel genoeg zou bereiken en telde de kilometers af naarmate we vorderden. Deze ochtend werden we ook beloond met het mooiste uitzicht van de rit, toen we een bocht naar rechts maakten en de weg uitliep naar open weilanden. De zon wierp een prachtig licht over de graslanden en de mist en dauw die erboven zweefden. De foto's en video's doen het geen recht, maar het collectieve 'wow-moment' dat we als groep samen hadden, was een leuke ervaring. Het voelde als een echte beloning voor alle worstelingen die ieder van ons had doorstaan.

We gingen eindelijk het laatste stuk op en neer door de duinen voordat we de laatste vuurtoren zouden bereiken in Den Helder. Het was eigenlijk best leuk, een beetje extra trappen tijdens het bergafwaarts rollen om wat minder moeite te hebben met de stukken bergop. En toen opeens: de man met de hamer. Geen kracht meer over, niet om te fietsen en zelfs niet om ook maar een gezichtsuitdrukking te vormen. Ik was vermoeidheid, en vermoeidheid was mij. Er waren nog maar 14 kilometer te gaan en het was het ergste wat ik ooit op een fiets heb moeten doen.

Ik telde nog steeds de kilometers af. En hoewel het aantal laag was en de afstand te doen leek, leek het een eeuwigheid te duren. Het laatste stuk van de dijk naar de vuurtoren van Den Helder was een stuk dat ik me goed herinnerde uit RatN. Waar in RatN het keerpunt bij de vuurtoren voelde alsof ik 'eindelijk' aan de terugweg naar Amerongen begon, betekende het keerpunt tijdens deze 24-uursrace dat ik eindelijk in de buurt van de finish was. Vanaf daar was het nog maar 3 kilometer. We namen een groepsfoto bij het checkpoint en Thomas en een paar anderen besloten om nog even te gaan zwemmen. Ik had absoluut geen energie of geduld - of fatsoen - over om op ze te wachten, dus besloot ik richting de finish te gaan, met twee andere deelnemers waarvan ik de namen niet weet achter me aan (maar ik kon ze niet bijhouden).

De mensen die gingen zwemmen kwamen kort na mij aan bij de finish, wat een ietwat pijnlijk beeld gaf van hoe langzaam ik moet zijn gegaan. Er waren onbeperkt pannenkoeken verkrijgbaar, en wat drankjes en plekken om even weg te dommelen. Ik probeerde te slapen terwijl ik in een stoel zat met mijn hoofd op tafel, maar dat lukte niet. Tijdens mijn pogingen om een dutje te doen, hadden enkele collega-deelnemers vernomen dat de treinen een gewijzigde dienstregeling hadden, vanwege werkzaamheden ergens langs het traject. Er zouden bussen rijden tussen twee van de treinstations. Omdat fietsen niet zijn toegestaan in deze bussen, betekende dit dat we 16 kilometer moesten fietsen tussen de twee stations. Dat idee kon ik met geen mogelijkheid aan. Ik probeerde hotels te vinden, maar die waren allemaal minstens 5 kilometer verderop. Zelfs dat leek me te veel. Het is interessant om te zien hoe uitputting je persoonlijkheid kan veranderen en de manier waarop je met obstakels omgaat.

Toch een leuke bonus: Omdat mijn Garmin mij aan het begin van de race een paar keer de verkeerde kant op had gestuurd, won ik tot mijn - toch nog grote - blijdschap een cool paar sokken. Deze waren bedoeld voor ‘de persoon die het verst had gefietst’. (Of misschien de persoon die het langst miserabel op de fiets had gezeten.)

Als je tot hier hebt gelezen, wel, bedankt. Je hebt je vast afgevraagd waarom ik mezelf in hemelsnaam in zo'n situatie zou plaatsen. Geloof me, ik zou me hetzelfde afvragen (en dat heb ik ook gedaan). Maar ik vond de situatie eigenlijk ook helemaal prima. Het doel was om deze editie uit te rijden, en dat heb ik gedaan. Ik had al besloten dat ik na dit evenement een pauze zou nemen van fietsen, dus ik vond de mate waarin ik aan het lijden was daarom denk ik minder erg. Tenminste, ik vond het niet zó erg.

Ben ik naar een hotel of zelfs het treinstation gefietst? Absoluut niet. Mijn collega's die het evenement organiseerden, waren zo vriendelijk om me mee te nemen in hun auto. Zou ik het fietsen overleefd hebben? Zeker wel. Maar zo voelde het zeker niet. Laten we zeggen dat dit een goede les is geweest in het belang van slaap en wat slaaptekort doet met je probleemoplossend vermogen. Het is natuurlijk iets wat je weet, maar niet iets wat ik ooit zo zichtbaar heb ervaren als hier. Dat ik de groep 's nachts niet vertelde dat ik hun hulp nodig had, was ook een deel van dit proces. Ik ben dankbaar voor iedereen die me heeft geholpen. Misschien had ik mezelf kunnen aanleren dat ik er zelf ook wel uit zou zijn gekomen, maar ik ben blij dat dat een les is voor een andere keer. Dit was al moeilijk genoeg. Ik kijk uit naar de volgende editie! En dan van tevoren iets beter uitgerust 😊

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.