Race Report Liège-Paris-Liège

Gepubliceerd op 7 september 2024 om 11:30

Tegen het einde van mijn zomervakantie in Zwitserland realiseerde ik me ineens dat ik niet zoveel tijd meer had om me voor te bereiden op LPL. Ik besloot een lange rit te maken op mijn laatste dag in Zürich, en zou onderweg een aantal beslissingen nemen over wat mijn aanpak zou worden.

De dingen die ik besloot:

  • Absoluut geen cargobike;
  • Wat ik nog zou veranderen aan de fiets die ik zou gaan gebruiken (cassette, derailleur, zadel, banden);
  • Het zelf te plannen deel van de route zou grotendeels asfalt zijn;
  • Ik zou vooraf een realistisch plan en tijdsdoel proberen te berekenen.

Helaas is zo'n berekening nooit gemaakt. Vooral omdat ik me pas maandag de 19e rond 16:00 uur realiseerde dat ik de startdatum van het evenement verkeerd in mijn agenda had gezet. Ik dacht dat, omdat het evenement 'officieel' op de 22e begon, dat ook automatisch betekende dat dat de dag van de briefing was. Wat volgde was een van de meest intense stress-ervaringen van mijn leven. Gelukkig heb ik (ook) 27 jaar ervaring met mezelf in dit soort situaties plaatsen, dus de paniek-blokkade maakte snel plaats voor het oplossingsgerichte denken. (Als ik op tijd was gaan rekenen, was ik er natuurlijk ook achter gekomen dat ik niet uit zou komen qua tijd).

Nu ik plotseling 24 uur minder had om me voor te bereiden, was het maken van de berekeningen het eerste (en enige) dat meteen overboord gegooid werd. Ik moest alleen nog wat stukken van de route nalopen en wat boodschappen doen. Dat zou prima lukken in de tijd die ik nog over had.

Zoals bij elke langeafstandsrit, verkeerde ik in veel verschillende stemmingen onderweg, tijdens de vele uren van de race. Dus ik zal proberen dit verslag op te delen in een paar losse blokjes van uren, waaraan ik verschillende stemmingen zal toewijzen. En terwijl ik dat doe, maak ik de berekeningen die ik had moeten maken voordat ik aan de race begon. Ik doe dit in de hoop dat ik mezelf hiermee een lesje kan leren, wat die les ook moge zijn 😊

De wiskunde

Laten we beginnen met het rekensommetje. Een ultra van ongeveer 1.000 kilometer en 87 uur om de race te voltooien. Als ik 87 uur deel door 24, betekent dat dat ik ongeveer 3,6 dagen zou hebben om de volledige afstand te voltooien. Klonk heel goed te doen; minder dan 300 kilometer per dag. En dat waren alle 'zorgen' en berekeningen die ik (mij) maakte alvorens ik mij inschreef voor de race. Ik heb er daarna niet meer aan gedacht.

Mijn uiteindelijke route was - en dit kwam als een schok – 1.176 kilometer lang, met 11.580 hoogtemeters. Ook 'goed' om te vermelden is dat 6.240 meters van dat klimmen in de laatste 403 kilometer zaten. Dus, als je de helft van het parcours in afstand had afgelegd, had je zeker nog niet de helft van het klimwerk gedaan.

Tot slot is hier de berekening die ik had moeten doen, maar nooit deed: Aangezien de officiële cut-off tijd na 87 uur was, betekende dit dat ik gemiddeld 1.176 km/87 uur ≈ 13,5 km/u had moeten fietsen.

Op dit moment heb ik geen idee of de rest van wat ik ga schrijven (en berekenen) confronterend zal zijn of niet. Dus, stel je op dit moment even voor dat ik in een raar gevouwen houding op mijn bank zit, aarzelend naar mijn vingertoppen te kijken, in plaats van dat ik ze rond te laten lopen over het toetsenbord van mijn laptop. Ik ben nerveus, maar hier ga ik!!! (Over ongeveer 15 minuten.)

A ROCKY (COBBLY?) START

[HOUR 0 >> 1] // KMs benodigd dusver: 13,5 // KMs afgelegd: 13,4

Donderdagochtend om 06:00 startten we als groep met het eerste deel van het verplichte parcours in Luik. Na de steile klim naar de citadel zou het ieder voor zich zijn en was de race officieel begonnen.

Ik merkte dat ik me zorgen maakte over wat de anderen in de groep van me dachten. “Vinden ze niet allemaal dat ik veel te veel spullen heb meegenomen?” “Die fiets ziet er veel te goedkoop opgebouwd uit om zoiets op te doen.” “Deze persoon ziet eruit als iemand die hier niet thuishoort.” Natuurlijk waren dit niet de dingen die andere mensen over me dachten. Of misschien ook wel, maar dat zal ik nooit weten. Deze dingen waren wat ik op dat moment over mezelf dacht. En toen viel mijn ketting eraf.

Halverwege de klim naar de citadel, toen ik naar mijn lichtste versnelling wilde schakelen, hing mijn ketting plotseling tussen mijn spaken en mijn cassette. Ik klikte uit, legde mijn ketting er weer op en deed alsof ik aan een oplossing dacht terwijl mijn hersenen alleen maar schreeuwden: “Whaaaaa!” Na het inwendige geschreeuw stapte ik weer op mijn fiets en fietste verder in de op één na lichtste versnelling. Na zo'n 300 meter besefte ik dat ik daarmee mijn benen alleen maar vreselijk zou verkloten, dus ging ik te voet verder. Daar liep ik dan, met een hoofd vol zelftwijfel, op de allereerste klim.

Het plan werd om door te fietsen tot mijn eerste geplande stop en dan mijn derailleur goed af te stellen zodat ik geen extra stop nodig had. Ik wist dat ik alleen de limietschroef er terug in hoefde te draaien: iets wat ik en een vriend blijkbaar vergeten waren ongedaan te maken toen we iets aan het testen waren. Op dat moment leek het me het beste om me te concentreren op mijn hoofd weer in de juiste sfeer krijgen, en ik dacht dat zoveel mogelijk voortbewegen daaraan zou bijdragen.

Mijn humeur krikte weer wat op toen ik 2 andere deelnemers inhaalde. En vlak hierna viel mijn ketting er opnieuw af terwijl ik een brug beklom. Ik was van mijn grootste kettingblad naar het grootste tandwiel op mijn cassette gegaan. Nu wist ik in ieder geval 100% zeker wat het probleem was, maar ik realiseerde me ook dat ik al fietsende niet zou onthouden deze twee specifieke versnellingen niet te gebruiken. Ik stapte van mijn fiets om het probleem te fixen en de mensen die ik had ingehaald kwamen me weer voorbij. Ik was opnieuw laatste, en de “Whaaaaa!” klonk wederom luid door mijn hoofd.

Ik wist dat ik mentaal meteen wat herstelwerkzaamheden te verrichten had. Ik had zojuist minstens 25 minuten verloren (in totaal) door een stommiteit. “Soortgelijke dingen zouden iedereen in de loop van de race overkomen”, dacht ik bij mezelf, “het was gewoon moeilijk dat het bij mij meteen aan het begin gebeurde.” Het hoefde niet te betekenen dat ik de finish niet zou halen. Ik moest gewoon blijven trappen en me niet te veel zorgen maken. Ik kon dit.

“Whaaaa!”, maar met een glimlach - 📸 @jacob_kopecky

WAT IS ER MET CHIMAY?

[hoUR 1 >> 9] // KMs benodigd dusver: 121,5 // KMs afgelegd: 163,1

In de volgende 4 uur was de enige stop die ik maakte bedoeld om de nummers van de verboden wegen op mijn pols te schrijven. Ik maakte me plotseling zorgen dat ik misschien iets over het hoofd had gezien tijdens het controleren van de kaart, en de enige manier om die zorgen helemaal weg te nemen, was ervoor te zorgen dat ik wist wat de nummers waren. (Tegen de tijd dat ik in Frankrijk was, kende ik ze allemaal uit mijn hoofd 🤡)

  • Voor België: N63; N617; N90; N97; N5.
  • Voor Frankrijk: N2; D1003; D980; D987; D977.

Ik bereikte vlot het parcours in Dinant, met slechts één kleine omweg vanwege festiviteiten in een stadje dat ik doorkruiste. Mijn linkerarm en -been voelden wat kouder aan dan de rest van mijn lichaam door de harde wind, maar ik wist dat ze snel zouden opwarmen gedurende de verplichte klim van 20% die snel volgde.

Terwijl ik omhoog liep, zag ik Ken (een mede-deelnemer en collega-fietskoerier die ik in de trein naar Luik had ontmoet) in de afdaling tegemoet komen. Hij moedigde me aan en zei dat ik er bijna was. Het was fijn om een bekend gezicht te zien, met kort hierna nog een paar andere deelnemers. Al mijn problemen van de ochtend waren nu vergeten. Ik voltooide mijn weg naar boven en besloot - volgens de planning - niet af te dalen van de steile kant van de klim. Dit om mijn handen de verkramping te besparen die het continu remmen mij anders gegarandeerd zouden opleveren. Ik zou doorgaan waar ik mee bezig was tot aan mijn eerste geplande stop in Couvin. Ik had deze specifieke stop uitgekozen omdat ik later in mijn route grotere omwegen zou moeten maken voor een supermarktstop en het tegen die tijd ook makkelijker zou zijn om in de problemen te komen met hun sluitingstijden (~19:30).

Tijdens deze paar uur was er één ding dat herhaaldelijk in mijn hoofd bleef opkomen: “Waarom stond er een Chimay-logo in de PowerPoint bij de briefing?” Ik heb de gedachte een paar keer de kop ingedrukt door mezelf eraan te herinneren dat ik het handboek echt goed gelezen had en dat ik onmogelijk iets gemist kon hebben. Totdat ik me bedacht dat dat precies is wat ADHD doet. Toen ik nog eens door het handboek heen scrolde, zag ik dat de Chimay brouwerij eigenlijk een checkpoint was. Ik wijzigde mijn route op mijn telefoon, en zou dan gewoon moeten overschakelen naar navigeren met mijn telefoon zodra ik een stadje genaamd Baileux bereikte. Het checkpoint was helemaal geen checkpoint zoals ik had verwacht, haha. Na wat ronddwalen over het terrein besloot ik op de tracking-website te kijken en zag dat ik de tijdstempel had gekregen door gewoon langs de locatie te fietsen. Ik ging verder.

NOT SURE IF I GOT KOMOOTED OR IF KOMOOT GOT WENDY’D

[HOUR 9 >> 10]  //  KMs benodigd dusver: 135  //  KMs afgelegd: 180

Omdat ik van mijn oorspronkelijke route was afgedwaald, moest ik nu een nieuw plan bedenken hoe verder te gaan. Omdat ik mezelf niet te veel in verwarring wilde brengen EN omdat ik niet per ongeluk op een verboden weg terecht wilde komen, leek het me het beste om terug te gaan naar die oorspronkelijke route. Dat betekende dat ik wat extra meters zou maken, maar ook dat ik niet te lang zou stoppen om na te denken.

Helaas verliep dit uur ongeveer zo niet-soepel als het maar kon. Ik gebruikte mijn telefoon om vanaf de aangepaste route mijn weg terug te vinden naar mijn oorspronkelijke route. Dit betekende dat ik twee routes tegelijk open had staan en dat het mijn voornaamste taak was om ze niet door elkaar te halen.

Jullie weten allemaal waar dit heen gaat, toch?

Ik vond mijn oorspronkelijke route terug bij kilometer 173, om zo'n 3 kilometer later op een heel obscuur bospad terecht te komen. Ik begreep niet wat er gebeurde. Er zaten geen bijzondere gravel secties in dit deel van mijn route, dacht ik. Ik nam toen automatisch aan dat ik ergens van in de war moest zijn omdat ik nog steeds de weg van twee schermen probeerde te lezen. Ik zou dus gewoon proberen er een weg omheen te vinden. Ik koos ervoor om de asfaltweg parallel aan de bosweg te nemen, terwijl ik het bord met ‘doodlopende weg’ erop negeerde. Verrassend genoeg had dit bordje wel degelijk een reden, en ik bevond me nu in de voortuin van een boer. Ik keek nog eens op de kaart en zag dat de grindweg links van me naar een normale weg leek te leiden. Er stond ook zeker een bord naast deze weg dat zei dat toegang verboden was, maar omdat er geen mensen in de buurt leken te zijn om me weg te jagen, nam ik hem toch.

Enige evaluatie:
Qua efficiëntie: absoluut niet mijn beste optie. Ik moest lopen en mijn fiets door de modder dragen, en verplaatste mij richting het oosten terwijl ik dit deed. Qua avontuur: geweldig. En ik was nu eindelijk in Frankrijk.

OPPERSTE TEVREDENHEID

[HOUR 10 >> 13]  //  KMs benodigd dusver: 175,5  //  KMs afgelegd: 238

De enige pauze van de dag.

Het ging weer goed: mooie wegen en een gekalmeerde geest. Ik was er eindelijk in geslaagd om mijn zelftwijfel helemaal te vergeten en ik vierde vooral wat ik aan het doen was. Ik voelde me bevoorrecht dat ik iets deed waar ik van hield en was me ervan bewust dat de fouten die ik had gemaakt me alleen maar zouden helpen om er beter in te worden. Ik was aan het winnen in het leven, om het zo maar te zeggen.

Toen ik Laon en diens beklimming voor me zag opdoemen, realiseerde ik me dat ik tot nu toe geen pauze had genomen om gewoon simpelweg even te pauzeren. Ik ging zitten op een plek die iets weg had van een parkeerplaats langs de kant van de weg, at wat chips en begon aan het proces een om beslissing te nemen over een slaapplaats. Een paar deelnemers passeerden me, die allen even checkten of het goed met me ging. Onder hen was ook Ken, die even stopte voor een praatje. Ik was een beetje verbaasd over hoe ik het voor elkaar had gekregen hem in te halen, maar dit zou ook de laatste keer zijn dat we elkaar zagen tot aan de finish.

Na wat worstelen met het nemen van een beslissing, besloot ik een hotel te kiezen met een 24-uurs receptie in Compiègne. Dit lag op 90 kilometer van waar ik nu was, maar met Laon als enige 'echte' klim erin, dacht ik dat het te doen zou zijn om hier niet te ver na middernacht aan te komen. Ik moest gewoon blijven trappen en niet teveel denken aan de slaperigheid. Blijdschap overheerste mijn gedachten en ik voelde me trots omdat ik 'dapper' genoeg was om nog eens 90 kilometer vast te plakken aan een mentaal uitdagende eerste dag.

LAON > COMPIÈGNE

[HOUR 13 >> 19]  //  KMs benodigd dusver: 256,5  //  KMs afgelegd: 331

Hoewel ik er een wekker voor had gezet, duurde de pauze iets te lang. Ik heb bijna een uur niet bewogen, en dat kwam vooral omdat ik een tijdje besluiteloos was over waar te overnachten. Het plan om niet te 'verdwalen' in de tijd was er dus, aan de uitvoering ervan moet nog gewerkt worden.

Laon zelf was absoluut prachtig. Ik ben niet gestopt om foto's te maken, want ik wist op dat moment: stilstaan is tijd die ik niet kan gebruiken om te slapen. Ik voelde me vlak voor Laon intens slaperig, op het problematische af, maar dat was op magische wijze weer verdwenen tijdens de klim naar de middeleeuwse stad. Het werd donker toen ik afdaalde, en wat volgde waren voornamelijk lege en rustige wegen, met af en toe een auto die veel harder dan de toegestane snelheid voorbij raasde. Ik moest één keer omrijden vanwege een gesloten brug, maar niets was te moeilijk. Nadat ik wat andere deelnemers tegenkwam die ook een slaapplek hadden geboekt in Compiègne, was ik om 01:15 uur in mijn hotelkamer en sliep ik om 02:15 uur. En ja, dat is een record.

MENTAL MAYHEM

[HOUR 25 » 32] // KMs benodigd dusver: 432 // KMs afgelegd: 438 (met de kilometers van gisteren gereduceerd)

Mijn wekker stond op 07:15 uur en om 08:15 uur stond ik uit te checken bij de receptie van mijn hotel. Wederom een record. Ik was erg blij en tevreden met hoe snel ik mezelf in slaap en uit het hotel had gekregen. Vanuit het hotel ging ik naar de dichtstbijzijnde supermarkt, waar ik opeens heel onhandig werd in boodschappen doen. Lastig te zeggen waar het precies aan lag. Hoewel ik een lijstje had gemaakt, had ik moeite om te beslissen wat ik moest kopen, en vervolgens had ik ook moeite om te organiseren hoe ik alles zou gaan inpakken. Nadat ik eindelijk alles voor elkaar had, besloot ik op de trackingwebsite te kijken en ontdekte ik dat ik op de één na laatste plaats reed (of op dit moment nog stond). “What the fuck. Ik dacht dat het goed ging?”, amongst other thoughts.

Ik had geen idee of ik achter lag op schema of niet, maar dat verder iedereen mij voorbij was gereden was waarschijnlijk geen goed teken. Er was geen tijd te verliezen, dus ik besloot al fietsende te ontbijten. Een beslissing waar ik al snel spijt van kreeg, want kort daarna bevond ik me op een afschuwelijk kasseienstrook die bijna onmogelijk te doen was met slechts één hand aan het stuur. Ik hield stug vol en het lukte, maar dit betekende ook dat ik de rest van de race een nogal pijnlijke linkerhand had. Niet heel fantastisch.

Een soort van wakker en klaar om te gaan.

Wat volgde was een immense interne strijd over mijn positie in de race, en dan vooral over wat en waarom dat ineens iets voor me betekende. Mijn mate van eigenwaarde werd nu bepaald aan de hand van de prestaties van anderen. Iets wat ik mezelf al jaren niet meer had zien doen. Ik was me er volledig van bewust dat mijn gedachten 'slechts gedachten' waren, maar ik kwam er met geen mogelijkheid achter hoe ik kon stoppen ze te denken. Het was absoluut verschrikkelijk. “Ik heb het gevoel dat ik het best prima doe, maar blijkbaar 'zuig' ik?” Ik kon me ineens ook niet meer herinneren of de cut-off tijd voor de finish nou om 09:00 uur of om 21:00 uur was, waardoor ik angstvallig probeerde uit te rekenen hoeveel uren er nog in de race zaten, en hoeveel afstand ik daarin nog moest afleggen. Een berekening die bij elke poging faalde, omdat mijn hersenen zichzelf onderbraken met iets anders om me zorgen over te maken.

Even later realiseerde ik me dat ik mezelf ook vergeleek met mensen die een nachtje niet hadden geslapen. Dus dat was precies wat ik ook ging doen. Met dit besluit, net buiten Parijs, lukte het me om weer 'bevriend' te raken met mezelf. Ook al wist ik dat mijn nieuwe tactiek niet gebaseerd was op een goede redenering – ik had namelijk nog steeds factoren buiten mezelf nodig om me goed te voelen over mezelf – hielp het, dus voor nu was het iets waar ik genoegen mee nam.

PARISIAN (NON)PERCEPTIONS

[HOUR 32 » 38] // KMs benodigd dusver: 513 // KMs afgelegd: 500

Ik vloog door Parijs en zag mezelf weer inlopen op de kaart, al mensen passerend. En omdat de route in Parijs van (wind)richting was veranderd, was er ook eindelijk een einde gekomen aan de vreselijke tegenwind. Ik denk dat na wat voor mij het moeilijkste deel van de race was geweest, dit absoluut het makkelijkste deel was. Ik voelde me fysiek en mentaal weer stabiel en ging vol zelfvertrouwen een nachtje doorfietsen tegemoet. In Meaux maakte ik een extra voorraadstop, waarna het al snel weer donker begon te worden.

(Ik had geen flauw idee dat ik op dit moment achter liep op schema. Ik voelde me goed, dus er was geen vuiltje aan de lucht...)

A NIGHT TO REMEMBER

[HOUR 38 >> 47]  //  KMs benodigd dusver: 634,5  //  KMs afgelegd: 649

Dit was absoluut de soepelste nacht die ik ooit heb doorgefietst. Er waren een paar moeilijke momenten, maar ik wist dat ik mezelf kon beloven dat het weer beter zou gaan, want ik had het al eerder gedaan en ik wist dat het altijd beter gáát. Telkens als ik het gevoel had dat ik misschien te moe zou worden, of als ik begon te twijfelen of ik de nacht wel zou halen, beloofde ik mezelf vriendelijk en rustig dat het me zou lukken. Ik was erg blij met de vriendelijke toon in de ‘interacties’ die ik hier met mezelf had.

Ik heb tijdens de nacht maar twee 'problemen' ervaren. Het eerste was een afgesloten brug, waardoor ik een omweg moest nemen die me 150 meter extra klimmen opleverde. Een beetje teleurstellend, maar niets wat ik op dat moment niet aankon. Het tweede was een ietwat dubieuze gravelstrook die me naar een fietspad langs de rivier zou leiden. Een weggetje dat ik specifiek in mijn route had opgenomen om mezelf het nodige klimwerk te besparen. Het was een prima pad, maar ik had er geen rekening mee gehouden hoe het zou zijn om daar in het donker te fietsen. Het zag eruit als een stukje verlaten niemandsland op de kaart, maar het kon net zo goed verbonden zijn met iemands achtertuin. Ik zette mijn voorlamp op maximaal licht, maakte iemand wakker die op een bankje in de bosjes lag te slapen – het label 'dubieus' was dus terecht – maar ik kwam dit stuk goed door.

Het bereiken van de kathedraal in Reims (04:45) voelde als een overwinning. Toen de zon even later langzaam weer begon op te komen, had ik er het volste vertrouwen in dat ik nog genoeg energie en voorraad had om een paar uur door te gaan. Even hoopte ik dat ik de geprofeteerde boerderij langs de route zou nog kunnen bereiken: er zouden muffins zijn om te eten en stro om in te slapen. Een tip die we van de race-organisatie hadden gekregen. Deze boerderij bevond zich op nog zo’n 270 kilometer van waar ik nu was, maar omdat mijn route opgedeeld in mijn fietscomputer stond, hoefde ik 'maar' 120 kilometer te fietsen en daarna nog 'maar' 150. Dit klonk op de een of andere manier niet zo eng. Maar eerst (en snel) zou ik na Reims nog een paar geplande gravelstroken voor mijn kiezen krijfen. Ik verwachtte dat de zon al zou schijnen tegen de tijd dat ik hier zou aankomen, dus ik maakte me er niet al te veel zorgen over.

De enige keer dat ik echt een foto heb genomen van één van de vele spectaculaire gebouwen die tegenkwamen op het verplichte parcours.

Wendy springt in de sloot

[HOUR 47 >> 51]  //  KMs benodigd dusver: 688,5  //  KMs afgelegd 699

Terwijl die zon steeds meer begon te schijnen, begon ik na te denken over hoe ver ik nog van de finish verwijderd was. Ik had nu meer dan de helft van de afstand gefietst en aangezien het pas zaterdagochtend was, dacht ik dat ik de andere helft vast nog wel zou kunnen fietsen in de resterende twee dagen. Er waren wat mislukte rekenpogingen tijdens het fietsen, maar uiteindelijk trok ik de volgende conclusie: 100 kilometer fietsen kostte me op zijn langzaamst ongeveer 6 uur. En aangezien ik al moe was, zou ik dat getal gebruiken om te meten in hoeverre het nog realistisch was om op tijd de finish te halen. Rond 06:00 in de ochtend had ik nog ongeveer 500 kilometer te gaan en waren er nog 39 uren over in de race. Natuurlijk moest ik nog een plek en wat tijd om te slapen vinden, maar op dit moment had ik er nog steeds alle vertrouwen in dat alles goed zou komen.

Kort daarna belandde ik aan bij het eerste gravelgedeelte. Het begin was makkelijker dan ik dacht: de weg was veel minder hobbelig dan ‘ie eruit had gezien op Google Street View. Maar tijdens de tweede helft van de eerste sectie werd ik weer pijnlijk herinnerd aan mijn nogal onorthodoxe manier van ontbijten in Compiègne. Het tweede deel was echter het 'hoofdevenement', het was de weg die me de meeste afstand en een paar meters klimmen bespaarde. De weg ging voornamelijk bergafwaarts en voor de delen die ik van tevoren had kunnen zien, zag het eruit als een prima berijdbare weg. Het begin was helemaal geweldig. Ik stond bovenop een heuvel en de zon wierp prachtige schaduwen over de heuvels die lager lagen dan de heuvel waarop ik me bevond. Ik genoot echt van het begin van deze ochtend. Toen kwam de verwachte afdaling: steiler dan ik had verwacht, en het pad volledig overgroeid met gras. Opnieuw een flinke marteling voor mijn handen.

Ik stak de verboden D987 dwars over en vervolgde de met gras begroeide weg die nu vlak geworden was. Ongeveer 400 meter verder kwam ik terecht in iets wat leek op het begin van een klein bos. “Oh boy”, dacht ik, ”daar gaan we.” Ik stuitte al snel op een stel planten die de weg versperden. Het was waarschijnlijk een omgevallen boom, maar volledig overwoekerd door allerlei andere groenbladerige dingen. Lichtelijk verbouwereerd legde ik mijn fiets neer en ik pakte mijn telefoon om op de kaart te kijken. Er had daar zeker een weg moeten zijn. Ik wist dat omkeren problematisch zou zijn, omdat ik dan weer de steile grasheuvel op zou moeten. Ik kon ook geen eerdere afslag nemen, want daarmee zou ik op de D987 belanden. Dit betekende dat ik op avontuur ging.

Onbewogen door de braamstruiken die in mijn benen krasten, baande ik me een weg door een stuk land dat volledig door de natuur leek te zijn heroverd. Na wat omzwervingen vond ik een route die geschikt was om mijn fiets doorheen te dragen. Iets verderop zag ik de zon door de bladeren schijnen en ik concludeerde dat dit erop duidde dat ik mijn uitweg had gevonden. Ik ging terug om mijn fiets te halen en droeg hem naar de plek waar ik mijn eerste expeditie had beëindigd. Om ongeveer 50 meter later te ontdekken dat ik een greppel met nogal steile randen moest oversteken om op de plek te komen waar ik het zonlicht vandaan had zien komen. Fuck.

Tot nu toe leek teruglopen nog steeds de meest tijdrovende optie. Ik besloot in de sloot te springen en er aan de andere kant weer uit te klimmen om te zien of het de moeite waard was om er met mijn fiets in te springen. Antwoord: nee. Er stond een hek van prikkeldraad tussen de bladeren waar ik het zonlicht vandaan had zien komen. Ik besloot om terug in de sloot te springen en waadde mij een weg naar de plek waar het pad was geblokkeerd, in de hoop dat ‘ie misschien toch doorliep na de vermeende omgevallen boom. Antwoord: ook nee.

Mijn benen bleven schrammen van de braamstruiken verzamelen terwijl ik het mini-bos weer uitliep. Bij mij overheerste een toch lichtelijk verslagen gevoel. Ik keek weer op de kaart. “Is er echt geen andere weg?”, vroeg ik mezelf af. Gevolgd door: “Zou de organisatie het merken als ik de D987 maar voor één klein stukje zou gebruiken?” Terwijl ik nog eens op de kaart keek, zag ik dat er nog een parallelweg was die ik kon proberen. Er was geen 'officieel' pad naar toe – noch op de kaart, noch in de werkelijkheid – maar als ik over het aangrenzende stuk landbouwgrond heen zou lopen, zou ik er misschien kunnen komen. Eindelijk succes. Na ongeveer 300 meter ploegen door los zand, bereikte ik weer een graspad dat me terugbracht naar de route die ik oorspronkelijk van plan was te fietsen.

Blauw = geplande route
'24' = waar ik vastliep
Magenta = de 'route' die ik uiteindelijk vond

Helaas had ik nu maar 500 meter afgelegd in een uur. Het was leuk en ik haal eigenlijk best veel lol uit het moeten dealen met dit soort situaties. Desalniettemin denk ik dat ik wel ook kan zeggen dat dit moment er in grote mate toe heeft bijgedragen dat ik de race niet heb kunnen uitrijden. De hoeveelheid tijd en kracht die ik heb moeten gebruiken om te kijken of ik door de struiken heen kon komen met mijn fiets... verre van winstgevend.

NAAR DE FINISH?

[HOUR 51 >> 56]  //  KMs benodigd dusver: 756  //  KMs afgelegd: 773

Het was nu bijna 09:00 uur en mijn water begon op te raken. Mijn geplande supermarktstop in Sedan was nog 60 kilometer verderop. Ik registreerde dit probleem en deed er vervolgens niets mee. Ik had namelijk zojuist het pad langs het Ardennenkanaal bereikt, had eindelijk een lekker windje in de rug, en wilde gewoon doorfietsen. Toen ik Le Chesne doorkruiste, vond ik dat dit stadje eruit zag alsof het wel een supermarkt zou hebben. Ik had gelijk. Met een hoop snoep (dat ik nog steeds niet op heb), wat Red Bull en wat flessen water in mijn armen hield, wisselde ik wat verwarde blikken uit met de lokale bevolking en ging ik weer op weg. Zo'n 50 kilometer later bereikte ik Sedan, en besloot daar ook te stoppen. Ik had wat niet-snoep eten nodig, en ik moest gaan nadenken over hoe en wanneer ik zou gaan slapen.

Ik voelde me nog steeds redelijk goed, maar natuurlijk, hoe verder de dag zou vorderen, hoe meer ik zou stoppen en hoe inefficiënter ik daarbij zou worden. Even droomde ik weer van de muffinboerderij, maar die was nog 175 kilometer verwijderd van waar ik nu was. Uiteindelijk besloot ik dat het het beste zou zijn om 4 tot 5 uur slaap te pakken en dan de rest van het parcours in één keer af te leggen. Het plan werd dat te gaan doen zodra ik het gevoel had dat de vermoeidheid mijn fietsen te veel beïnvloedde.

Dus: als ik het gevoel zou hebben dat ik te veel moeite zou hebben met het 'managen' van dingen. In dit geval zat mijn zonnebril vast aan een van mijn stuurtassen op een manier die niet helemaal zwaartekracht-proof was. Na een tijdje kreeg ik het gevoel dat het in de gaten houden of ‘ie er niet afviel te veel hoofdruimte in beslag nam. Zodra dit de situatie 'werd', besloot ik om de laatste klim van de 4e sectie (van 5) van de route nog af te maken, en daarna op zoek te gaan naar een plek om een dutje te doen. Handig genoeg bevond ik mij in een bosachtig gebied, dus ik zou gewoon op zoek gaan naar een mooi plekje tussen de bomen.

Dikke vette BLERP.

Ik had al snel wat gevonden; een mooi plekje tussen wat bomen en varens, dichtbij de weg, maar afgeschermd van het lawaai ervan. Ik kon gemakkelijk mijn fiets neerleggen en op mijn nooddeken ernaast kruipen, terwijl ik mijn waardevolle spullen bewaakte met mijn lichaam. Mijn hartslag was nog steeds een beetje te hoog, maar ik slaagde erin mijn hoofd tot rust te brengen en terwijl ik me concentreerde op mijn ademhaling, voelde ik de rest van mijn lichaam ook kalmeren. Wat geritsel tussen de bladeren zorgde ervoor dat ik niet meteen in slaap viel, maar uiteindelijk begon ik in te dommelen. Het was bijna 15:00 uur en mijn wekker stond op 20:00 uur, wat zou betekenen dat ik bij het ontwaken nog 25 uur zou hebben om 413 kilometer af te leggen. Aangezien ik in het slechtste geval uitging van 6 uur per 100 km, dacht ik dat het nog wel te doen zou zijn om op tijd bij de finish te komen.

Notitie

In de tijd dat ik probeerde te slapen, werd er in de LPL-groepschat een bericht gestuurd waarin stond dat de tijdslimiet met drie uur was verlengd. Helaas heb ik dit bericht gemist omdat ik, nou ja, behoorlijk beroerd was en ik zuinig moest zijn met de batterij van mijn telefoon. Ik wist pas dat de tijdslimiet was veranderd toen ik mijn telefoon aan het opladen was in een café in Esch-sur-Sûre. Mijn verdere berekeningen zijn gedaan met de nieuwe tijdslimiet: 1176km/90h ≈ 13,1 km/h.

YSJTASJGHOIUILKU

[HOUR 56 >> 61]  //  KMs benodigd dusver: 823,5  //  KMs afgelegd: 791 (met de omweg-kilometers van ““gisteren”” in mindering gebracht)

Helaas kwam ik niet veel verder dan wegdommelen. Maagzuur was begonnen via mijn keel weer naar boven te reizen en dit werd al snel het enige wat ik kon 'voelen'. Geen mogelijkheid meer om me te concentreren op mijn ademhaling, geen mogelijkheid meer om me te concentreren op het kalmeren van mijn gedachten. Alleen maar een vreselijk brandend gevoel in mijn keel en borst. Ik probeerde koppig nog een uurtje of wat door te slapen, omdat ik het echt nodig had en bang was dat mezelf ‘verhuizen’ te veel tijd zou kosten. Maar het proberen te slapen ging zonder succes. Rond 17:00 begon ik alles weer in te pakken en rond 17:30 zat ik weer op de fiets.

Zelfs mijn fiets van de grond krijgen was een taak die ik met veel moeite volbracht; mijn lichaam voelde erg zwak aan door de gebeurtenissen in mijn lichaam en het gebrek aan rust begon zijn weerslag te hebben op mijn coördinatie. Maar toen ik eenmaal weer fietste, viel het lichamelijk wel weer mee. Wel heb ik de eerste paar kilometer een paar keer gehuild vanwege de situatie waarin ik me bevond en ook omdat het idee dat ik de finish niet op tijd zou halen me verdrietig maakte. Ik zou gewoon doorfietsen in de hoop dat mijn maag beter zou worden, en zou een poging doen om te dutten zodra ik me weer slaperig begon te voelen. Ik was blij toen ik Bouillon bereikte en voelde me opnieuw gemotiveerd om het gevecht met de route naar Luxemburg aan te gaan.

Die motivatie werd meteen uit me geslagen op de eerste klim na Bouillon, haha. Ik kwam al lopend nauwelijks boven. Hoewel ik mezelf dwong om de klim rechtop lopend af te maken - om mijn lichaamshouding niet te veel invloed te laten hebben op hoe ik me voelde - realiseerde ik me dat ik zo niet door kon gaan. Mijn hersenen hadden een herstart nodig en mijn lichaam kon wel wat rust gebruiken. Een kort dutje zou voldoende zijn, dacht ik. Ik fietste een stukje verder en vond weer een mooi plekje in het bos. Ik plaatste mijzelf comfortabel tegen een boom, zodat ik zittend kon slapen voor het geval mijn maag weer zou opspelen. Het plan was om 2,5 uur te slapen, en dan de nacht door te fietsen. Ik zou dan nog 23 uur (maar blijkbaar 26!!) hebben om 383 km af te leggen. Hier had ik nog steeds vertrouwen in.

5-STeRren ULTRA-HOTEL

[HOUR 61 >> 75]  //  KMs benodigd dusver: 982,5  //  KMs afgelegd: 827

Pam pam pammmmm. Het begon te regenen. Gieten. Cats and dogs. Pijpenstelen. Ik maakte van mijn nooddeken iets wat leek op een tent en zat zo een tijdje tegen de boom. Ik probeerde nog te slapen, maar de regen maakte te veel lawaai om echt in te kunnen dommelen. Na ongeveer twee uur stopte de regen en was ik van plan om weer op pad te gaan. Mijn hoofd had zich inmiddels gevuld met twijfels of ik het wel zou halen en ik worstelde met de vraag hoe ik verder moest. Ik zocht naar hotels en BnB's in de buurt van de route, maar er bleken er geen te zijn in de dorpen die ik nog zou doorkruisen. Om terug te keren naar Bouillon zou ik een muur moeten beklimmen, wat me ook een slecht idee leek. Als ik moest lijden, deed ik dat liever vooruit. Ik droomde er opnieuw van dat ik de (inmiddels in mijn hoofd) mythische muffinboerderij kon bereiken, die op dit moment 143 kilometer verderop lag.

Ongeveer 10 kilometer later belandde ik in een nogal apocalyptische regenbui. Ik was praktisch in the middle of nowhere, dus het duurde even voordat ik beschutting vond. Toen ik eenmaal een bushalte had gevonden, begon ik het gevoel te krijgen dat ik 'vastliep' in wat mijn opties waren. Ik wilde vooruit, maar ik moest ook slapen. Ik wilde niet van de route af om die slaap te krijgen, want dat voelde als een te grote puzzel en iets dat zeker te veel tijd zou kosten. Ik wist ook dat des te verder ik Luxemburg in reed, des te kleiner de kans dat ik ergens een schuilplaats zou kunnen vinden, in het geval er iets mis zou gaan.

Hier werd niet echt een beslissing genomen. Toen het eenmaal ophield met regenen, ging ik weer op weg en fietste ongeveer een uur door. Tot ik plotseling onbeheersbaar begon te gapen. Ik was er 100% zeker van dat ik nu zou kunnen slapen, dus ik ging ervoor. Ik vond meteen weer een bushalte. Eentje die in een vorig leven makkelijk een tuinhuisje kon zijn geweest. Ik maakte mezelf comfortabel op het bankje, sloeg mijn nooddeken als een cocon om mijn lichaam en zette mijn wekker op 02:30. 2,5 uur slaap moest genoeg zijn, dacht ik.

De temperatuur was gedaald tot 8°C tegen de tijd dat het 02:30 was. Wat ik niet had opgemerkt voordat ik ging slapen, was dat mijn kleren nog behoorlijk doorweekt waren van de regen waar ik recent doorheen was gefietst. Nou, dat merkte ik wel toen ik wakker werd. Ik kon geen arm, been of hoofd onder de deken vandaan bewegen zonder meteen te beginnen met rillen en klappertanden. Ik trok de deken weer over mijn hoofd heen en besefte dat ik een groot probleem had.

De beslissing op zich was makkelijk genomen. Ik wist dat het nu weer op de fiets stappen de kans dat ik onderkoeld zou raken gelijk zou stellen aan 300%. Daarnaast was de batterij van mijn telefoon bijna leeg, en ik had geen middelen meer om die op te laden. Ik kon niemand bellen als er iets mis zou gaan, en de dorpen waar ik doorheen zou fietsen waren niet bepaald groot of dichtbij. Doorgaan zou onmiskenbaar dom zijn, dus ik ging weer slapen, zeker wetende dat dit zou resulteren in een DNF. Ik werd 5 uur later wakker, een beetje beurs van het slapen op een houten bankje, maar ik voelde mij ook volledig opgefrist.

Zou een 5-sterren recensie achterlaten als ik kon!!! Prachtig screenshot genomen door Lennart Nap, die op Google Maps opzocht waarom ik zo lang stilstond op deze specifieke plek.

HOW TO DNF?

[UUR 75 >> 90] KMs benodigd dusver: 1176  //  KMs afgelegd: 901  //  Dit is 901 kilometer van mijn 'officiële' route. In totaal heb ik 935 kilometer gefietst.

Een ander soort klimmen op weg naar Kautenbach 😜

Ik vervolgde de route naar Luxemburg om er in ieder geval nog wat van mee te krijgen, en zou blijven fietsen tot ik het gevoel had dat het 'tijd' was. Omdat ik als kind in dit gebied op vakantie was geweest, wist ik welke plaatsjes goede voorzieningen hadden en waar ik de treinstations kon vinden. Ik stopte in Esch-sur-Sûre om mijn telefoon op te laden (die inmiddels leeg was) en nam een rechtstreekse trein van Kautenbach naar Luik. De hele tijd had ik volledig vrede met de situatie en genoot ik van Luxemburg. Ik kwam tot de conclusie dat de naam van de race net zo goed 'Liège->Paris->Fuck you!!->Liège' had kunnen zijn, want de wegen gingen of 10% omhoog, of 10% naar beneden. Ik was erg trots op dit grapje en appte het naar al m’n vrienden toen ik in een café zat om mijn telefoon op te laden.

Zo’n 90 minuten later was ik weer onderweg, en Ariana Grande's 'One last Time' veranderde in 'One last Climb' tijdens mijn laatste klim. Vervolgens rolde ik Kautenbach binnen, waar de sporen van het noodweer van gisteren nog goed zichtbaar waren op de fietspaden. Ik haalde wat dingen uit de snack-automaat op het perron en wachtte een half uurtje wachten op de trein.

Pas toen ik in Luik uit de trein stapte, begon ik teleurstelling te voelen rond de DNF. Terwijl ik naar de Jeugdherberg fietste (finishlocatie), was ik me er pijnlijk van bewust hoe anders dit deel van de tocht zou hebben gevoeld als ik daadwerkelijk de hele route had kunnen voltooien. Dat ik niet het gevoel van overwinning kon ervaren dat daarmee gepaard zou zijn gegaan maakte me verdrietig.

Toen ik de binnenplaats van de jeugdherberg opliep en werd begroet met een groot applaus, waren de eerste woorden die uit mijn mond kwamen dat mensen niet moesten klappen. Ik had niet het gevoel dat ik die ervaring had 'verdiend'. Gelukkig is er een prachtige foto van dit moment, die me er hopelijk aan zal helpen herinneren en mezelf zal leren dat ik dat applaus wel verdiende. Ik heb het zo goed gedaan zoals ik kon tijdens deze race. You win some, you learn some.

Het applaus - 📸 @jacob_kopecky

Een tijdje nadat ik over de finish was gekomen, sprak ik iemand (ik weet je naam of nummer niet meer, sorry!) die de muffinboerderij wél had kunnen gebruiken als plek om op te warmen na de regen, kleren te laten drogen te hangen en fatsoenlijk te eten. Hij had hierdoor niet hoeven scratchen. Een bewijs dat de mythische status die de plek in mijn hoofd had gekregen, correct was toegekend. (In mijn hoofd is de boerderij inmiddels glitter-achtig paars en zijn er overal regenbogen. Stuur me alsjeblieft geen echte beelden die de droom kunnen verpesten 😜.)

Ik dronk een biertje, beantwoordde alle berichtjes die ik de afgelopen 4 dagen had genegeerd en nam een belachelijk lange douche. Tegen de tijd dat ik terugkwam op de binnenplaats, was Ken over de finish gekomen. We kletsten bij en gingen onze gratis portie couscous ophalen in wat - op dat moment en in onze mentale toestand - een zeer ongeorganiseerd restaurant leek te zijn, met ons als de grootste buitenbeentjes in de menigte: ik met tanlines die maximaal contrasteerden vanwege mijn recente fiets-activiteiten, Ken nog  in zijn fiets kleding met daaroverheen een fel oranje veiligheidsvest.

Ik denk dat je door een ultra te rijden voor jezelf de mogelijkheid 'creëert' om te ontsnappen aan de normale structuur van het dagelijks leven. Je doet niet 'wakker worden > ontbijten > dingen doen > lunchen > dingen doen > avondeten > beetje hangen > slapen in een bed'. Je doet de dingen wanneer je het gevoel hebt dat ze gedaan moeten worden, en meestal doe je het eten en het slapen niet waar en wanneer je het 'hoort te doen'. Je leeft volledig buiten de 'etiquette' van hoe een normale dag eruit ziet. Zodra Ken en ik dat restaurant binnenstapten, stapten we ook weer in 'het systeem'. Wat ook het gevoel we buitenbeentjes waren kan hebben versterkt, althans voor mij. Dit was het. Terug naar het normale leven.

HOOFDTHEMA/CONCLUSIE

Als er één ding is dat ik door de regels heen bleef lezen terwijl ik aan het schrijven was, dan is het wel een gebrek aan vertrouwen in mezelf en mijn eigen vaardigheden. Wat iets lastigs is om te moeten toegeven, eerlijk gezegd.

Natuurlijk zou het niet gezond zijn om zonder zelftwijfel te zijn. Maar ik denk dat het redelijk duidelijk is dat ik mezelf een beetje te veel in de weg heb gezeten. Als ik vol zelfvertrouwen was geweest, had ik mijn derailleur op die eerste klim in Luik meteen gerepareerd. Ik was gewoon bang om er dom uit te zien. Als ik op mijn routing had vertrouwd, had ik niet hoeven stoppen om de verboden wegen op mijn arm te schrijven, en had ik mijn gravelavontuur bij de grens met Frankrijk niet gehad: het dubieuze weggetje dat ik had vermeden, bleek slecht 300 meter gras te zijn alvorens het weer overging in asfalt. Ik lag een beetje achter op schema toen ik Compiègne verliet, maar de belangrijkste reden dat ik achterbleef, was omdat ik het mezelf kwalijk nam. Als ik vertrouwen had gehad in het proces en mijn capaciteiten, had ik in het begin niet zoveel tijd verloren. MAAR, als ik mezelf volledig had vertrouwd, had ik ook het checkpoint bij de Chimay brouwerij gemist. So there’s also that.

Een ander onverwacht probleem dat ik had, was mezelf zien in vergelijking tot de andere deelnemers. Ik ben niet snel en daar ben ik me van bewust, en meestal stoort dat me niet. Het fietsen van deze lange afstanden is iets wat ik doe voor de lessen die ik eruit leer, het hoeft voor mij niet op een snel(ler) tempo. Maar blijkbaar had de visuele bevestiging dat ik langzaam(er) was een ander effect. Tijdens Race around the Netherlands was dat natuurlijk ook het geval, maar ik had toen een prima reden om achteraan te fietsen: Ik was de enige die het op een cargobike deed. Ik was mentaal niet voorbereid op dat ik het hier moeilijk mee zou hebben, maar dat maakt het een wijze les.

LPL was een geweldig avontuur en tijdens de race waren er veel momenten van pure vreugde. Ik hield van wat ik deed en meestal hield ik ook echt van de persoon die ik was terwijl ik het deed. Toch waren er ook genoeg momenten waarop ik mezelf in de weg zat. Het was op zijn zachtst gezegd confronterend en ongemakkelijk om die momenten te ontdekken terwijl ik erover schreef. Ik denk dat we – als mensen – een groot deel van ons leven ervoor kiezen om vast te houden aan een verhaal dat ons het beste past, in plaats van dat we ervoor kiezen om echt in de spiegel te kijken, en dat we onze bijdragen aan de situaties waarin we ons bevinden evalueren. Ik had gewoon kunnen zeggen dat ik pech had met mijn maagproblemen en met de regen en de temperatuur 's nachts daarna (wat ik heb gedaan, ngl). Maar zo simpel is het niet. Er zijn genoeg keuzes en (non-)acties geweest die me op dit punt hebben gebracht. Begrijp me niet verkeerd, ik heb alle begrip en zelfcompassie voor hoe ik terecht ben gekomen waar ik terecht ben gekomen. Maar het schrijven van dit verslag heeft me ook laten zien dat ik duidelijk aan een aantal dingen moet werken als ik dit soort evenementen wil blijven doen, en het haalbaar wil houden. Wat ik zeker van plan ben te doen, geen zorgen!!!

Tot de volgende 😊

Hier nog wat foto's van voor de start en na de finish. De tweede foto is genomen door @nicomichel, de andere zes door @jacob_kopecky.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.