Hoewel ik niet aan deze 'uitdaging' zou zijn begonnen als ik dacht dat ik ‘m niet zou kunnen voltooien, lukte het me toch mezelf er behoorlijk zenuwachtig voor te maken. Een samenvatting van de gedachten die door mijn hoofd gingen: “Waarom denk ik dat ik dit kan? Dit is moeilijk voor mensen op hun lichtgewicht racefietsen. Waarom denk ik - iemand die geen uitzonderlijke talenten of vermogens voor sporten heeft - dat ik het kan op een fiets die het aanzienlijk moeilijker maakt?”


Met die laatste vraag in mijn achterhoofd begon ik te klimmen. En ongeveer halverwege de eerste klim kwam ik tot een nogal - als ik het zo mag zeggen - bevredigende gedachteswirl:
Ik concludeerde dat ik denk dat het bij deze uitdagingen meer om mentaliteit gaat. Er is iets dat je graag wil voltooien, en je besluit dat je het hoe dan ook voor elkaar gaat krijgen. De strijd en (leren omgaan met) de tegenslagen maken deel uit van het plan, ook al doe je alsof ze niet bestaan in de voorbereidingen.
Dat bracht me bij een vraag die ik mezelf de afgelopen week vaak heb gesteld: Is het onderschatten van deze dingen door mij een probleem, of is het juist wat maakt dat ik ze doe (en voltooi!)? Waardoor ik me realiseerde dat dat het belangrijkste is wat fietsen me heeft geleerd (of wat fietsen me heeft geholpen mezelf te leren 😉 ): als ik iets [moeilijks] echt wil doen, dan kan ik het. Het enige wat ik moet doen is lief zijn voor mezelf en luisteren naar wat ik nodig heb om mezelf er zo goed mogelijk doorheen te helpen. En als dat niet de belangrijkste levensvaardigheid is om te hebben...
(^ Meer een gedachteswirl dan een antwoord, toch?!?! Ik introduceer bij dezen die term trouwens, you’re welcome.)
Over deze route: Wtf.
Toen ik klaar was met de eerste klim, wist ik dat ik de rest ook zou kunnen doen. Dus bestempelde ik de route als 'te doen' in mijn hoofd. Maar als ik er nu op terugkijk... was dit een belachelijk intense dag.
Van tevoren dacht ik dat elke op een eigen manier heel zwaar zou zijn:
- 1e klim (Bèdoin): Mentaal
- 2e klim (Malaucène): Fysiek
- 3e klim (Sault): Chronologisch? Haha
En ik denk dat dat het nog steeds goed samenvat. Als ik wist dat ik mezelf door de eerste klim heen kon krijgen, ging dat met de tweede sowieso ook wel lukken. En na de tweede gedaan te hebben was het echt niet mogelijk dat ik ineens de derde nog zou overslaan. Zo had ik – gevoelsmatig – dus voornamelijk de eerste klim nodig om alles te halen (dus mentaal). Dan hadden alleen de eerste 2 beklimmingen beide langere stukken met 10-14% erin. Daarom zou het logisch zijn dat ik vermoeider zou zijn als ik ze zou bereiken op de tweede klim (dus, fysiek). De derde klim haatte ik absoluut. Ik kan niet zeggen of het nou echt zo saai was, of dat ik gewoon extreem vatbaar was voor verveling doordat ik opnieuw nauwelijks vooruit kwam op weer een lange klim. Het was op papier de makkelijkste klim van de drie, maar het leek een eindeloze strijd. Ik heb zelfs een stukje gelopen omdat ik zó klaar was met de eentonigheid van mijn omgeving en het fietsen an sich 😂 (De tijd speelde hier dus zeker een rol, maar ik had ook geen van de andere beklimmingen als laatste willen doen.)
Favoriete klim? Die van Malaucène. Het laatste stuk is echt loodzwaar, maar het uitzicht doet je dat alles meteen weer vergeten!!!
Reactie plaatsen
Reacties