Fietsen als noodzakelijkheid?

RatN is zes weken geleden. In die zes weken ben ik niet één keer gaan fietsen. (Behalve voor werkgerelateerde dingen, natuurlijk; Wendy moet eten.) Dit was eerlijk gezegd een grote verrassing voor me. Op de een of andere manier had ik verwacht dat, zodra mijn lichaam RatN had verwerkt, ik overspoeld zou worden met motivatie om grote dingen te blijven proberen. Maar dat was niet zo, en ik probeerde niks. Ik begon zelfs een innerlijke weerstand te voelen ten aanzien van het idee om te gaan fietsen.
“Hoe komt dat?”, is een vraag die ik mezelf de afgelopen weken vaak heb gesteld. Omdat jullie me hebben gevolgd tijdens mijn deelname aan de race, dacht ik dat ik misschien ook iets zou kunnen delen over de nasleep ervan. Dus hier zijn (een paar van de) antwoorden op die vraag:
- De twee maanden voorafgaand aan RatN was ik volledig 'geobsedeerd' door alles wat ik moest voorbereiden; de route inspecteren, nieuwe spullen en uitrusting kopen, slaapplaatsen regelen, enz. Dat betekende dat ik mentaal nauwelijks tijd of ruimte had voor iets anders.
- Na een paar 'verstoorde weken' (RatN + de vakantie naar Schotland), verlangde ik naar 'normale weken'. Maar omdat ik ook net begonnen ben met ADHD-therapie en medicatie, belandde ik meteen in een proces dat er actief op gericht was om mijn leven niet terug te brengen naar wat ik 'normaal' noemde. Onontkoombare status: veel gedesoriënteerd.
- Ik legde mezelf ook veel druk op om indrukwekkende dingen te blijven doen. Een ritje van <100 km voelde niet goed genoeg, zowel voor mezelf als naar de buitenwereld toe.
Vooral het derde punt (maar ook de eerste twee) maakte dat fietsen ineens voelde als iets wat ik moest doen. Gelukkig roepen mijn hersenen heel hard: “Nee!”, als dingen zo gaan voelen, dus ik ben blij te kunnen melden dat ik mezelf nooit over dat randje heb geduwd. Toch denk ik dat er iets te leren valt van deze 'reactie'.
Moraal van dit verhaal: voorbereiden op een ultra is een groot deel van het plezier, maar ik denk dat het belangrijk is om ervoor te zorgen dat het niet al je vrije tijd opslokt. Elke avond van maandag tot en met vrijdag naar Komoot staren, zorgt er voor dat je er niet naar uitkijkt iets soortgelijks snel weer te doen. En, er zijn nou eenmaal meer dingen in het leven dan de ultra waar je je op voorbereidt. Als ik dat in gedachten had gehouden tijdens de voorbereidingen, had ik me na thuiskomst waarschijnlijk niet zo vervreemd gevoeld van mijn dagelijkse leven.
Ik denk ook dat dit een goede opsteker is geweest wat betreft een belangrijke grens die ik met mezelf moet stellen: Ik bepaal hoeveel kilometer ik op een dag wil rijden en niets of niemand anders mag ooit die macht hebben. Of het nu 9 of 450 kilometer is, is helemaal aan mij. (Als ik doodmoe ben en nog 25 kilometer te gaan heb voor een slaapplaats, is dat ook iets wat ik voor mezelf doe. Wendy moet voor Wendy zorgen).
Het grappige is echter dit: fietsen was zowel hetgeen waar ik even afstand van moest nemen, als hetgeen wat me hielp om (mentaal) weer een beetje tot bezinning te komen. Dat gezegd hebbende, is dit ‘grapje’ ook niet nieuw. Telkens als het leven een beetje te druk wordt, heb ik de neiging om te stoppen met fietsen en het te 'vergeten'. En als ik dan weer op de fiets zit, besef ik ineens hoe goed het is voor mijn welzijn. Dus wellicht, als ik na twee weken gewoon weer was gaan fietsen, was het allemaal niet zo'n probleem geworden in mijn hoofd. Of misschien is dit hele proces juist wat het evenwicht herstelt: om fietsen leuk te blijven vinden zoals ik het doe, moet ik het van tijd tot tijd vergeten en het dan weer herontdekken. Hoe dan ook, ik ben blij dat ik 'terug' ben, en blij dat ik uit alle onrust een les kan halen.
Amen. 🌞🌞
Reactie plaatsen
Reacties